Blog: Sectoren vinden steun in een bittere oorlog
Geplaatst op 24 maart 2020
De dagen lijken heel onwerkelijk. Allerlei verdrietige beelden van perfect gerijpte bloemen zonder eind-destinatie overspoelen mijn tijdlijn. Het is een slagveld aan de veiling en oorlog in de supermarkt. Nederland is in de ban van het coronavirus en het lijkt alsof het nog wel even gaat duren.
"Nous sommes en guerre sanitaire." waren de woorden van Emmanuel Macron tijdens zijn toespraak aan de Franse bevolking. Een volksgezondheids-oorlog welke we niet zullen gaan winnen. Zoals onze minister president in zijn toespraak op 16 maart benoemde; we kiezen ervoor het virus maximaal te controleren. Dit betekent dat de kans heel groot is dat jij en ik, vroeger of later, ook besmet zullen raken met het virus. Een gegeven dat mij toch wel iets beangstigde.
Gelukkig zie ik ook veel goede initiatieven op mijn tijdlijn verschijnen. Jongeren die aanbieden kosteloos op te willen passen of boodschappen te willen doen voor ouderen. Bedrijven roepen consumenten op hun huizen extra op te fleuren met bloemen en planten. Er worden acties gevoerd om de sierteelt te ondersteunen en consumenten bewust te maken van de schrikbarende gevolgen. Aan de andere kant steunt de sierteeltsector, die ongekend hard geraakt is door de coronacrisis, de zorgsector door bloemen te doneren aan het zorgpersoneel dat zich dag en nacht inzet voor onze gezondheid. De crisis brengt een hoop ellende met zich mee, maar zet ons weer met beide benen aan de grond en zorgt voor een sterke emotionele verbintenis tussen mensen en bedrijven. We moeten elkaar blijven steunen en sectoren die hard getroffen worden, proberen te ontzorgen. Alleen door samen te werken en elkaar te helpen komen we er doorheen.
Om af te sluiten wil ik mijn respect betuigen voor alle ondernemers, werkgevers en werknemers die door de Coronacrisis voor grote uitdagingen staan. Laten we snel hopen op betere tijden voor de sectoren. Tot die tijd sluit ik me aan bij de woorden van Mark Rutte: "Let een beetje op elkaar, ik reken op u."
Bron: Jill van der Knaap